Maak het deeg: smelt de boter op een zacht vuur en meng alle ingrediënten tot je een mooi glad deeg krijgt. Haal het deeg uit de mengkom en kneed het nog even verder op je werkvlak. Verpak het deeg in huishoudfolie en laat het 20 minuten rusten in de koelkast. Maak intussen de vulling: verhit wat olijfolie in een pan en bak het fijngesneden sjalotje en de look aan. Voeg vervolgens de blokjes wortel, de tomatenblokjes, de bonen en het gehakt toe. Voeg ook de kipkruiden en het gerookt paprikapoeder toe. Bak tot het gehakt bruin en rul is. Vul de empanadas: haal het deeg uit de koelkast en rol het vrij dun uit met behulp van een deegroller. Steek een rondje uit het deeg met de onderkant van de deegpers. Bestrooi de open deegpers met wat bloem en leg er het uitgerolde lapje deeg in. Plaats op één helft van het kuiltje een eetlepel van de vulling en strooi er wat cheddarkaas op. Bestrijk de rand van het deeg met water en vouw vervolgens de deegpers dicht tot je mooie halve maantjes krijgt. Herhaal de stappen tot je alle empanadas hebt gemaakt. Verwarm de oven intussen voor op 200°C. Leg de empanadas op een bakplaat met bakpapier. Klop de eidooier los met een scheutje melk en bestrijk de empanadas met het mengsel. Bak ze ca. 20 minuten in de oven tot ze goudbruin zijn. Serveer met pittige piri piri saus.