Bestuif het werkblad met bloem en rol het bladerdeeg uit tot een vierkant van 50×50 cm. Bestrijk het deeg met geklutst ei. Meng de suiker in een kom met het kaneelpoeder en strooi het over het deeg. Vouw het vel bladerdeeg dubbel en druk de randen dicht. Rol het deeg uit tot een rechthoek van 40×50 cm en snijd het deeg in 10 repen van 5 cm breed. Pak een reep deeg en draai de uiteinden in tegengestelde richting zoals bij een gedraaide soepstengel. Vorm een spiraalvormig broodje van het deeg en druk de uiteinden onder de onderkant vast. Herhaal met de overige repen. Je kunt de broodjes nu ook invriezen als je wilt. Eerst liggend op een plaat en als ze bevroren zijn kun je ze in diepvrieszakjes doen. Om ze te gebruiken laat je ze een nacht in de koelkast ontdooien. Verwarm de oven voor (elektrisch: 200°C / hetelucht: 180°C). Leg de broodjes op een met bakpapier beklede bakplaat en bestrijk ze met geklutst ei. Bak de broodjes 20-25 minuten in de oven goudbruin. Laat ze een klein beetje afkoelen, maar serveer ze warm.