Maak het pannenkoekendeeg: meng de bloem en de melk beetje bij beetje met een garde. Roer er de eieren en een snufje zout onder. Dek af en laat minstens 1 u. in de koelkast rusten (of zelfs de hele nacht). Maak de lemon curd: verwarm het sap van de citroenen (8 cl), de eieren, de boter in stukken en de kristalsuiker al kloppend in een steelpan, op een zacht vuurtje, tot het mengsel indikt (let op, de bereiding mag niet koken!). Zet in de koelkast. Bak 8 dikke pannenkoeken met een beetje boter, zoals gewoonlijk. Houd ze warm. Maak de meringue: het gewicht van de suiker moet het dubbele zijn van het gewicht van de eiwitten. Klop de eiwitten tot schuim en voeg beetje bij beetje de bloemsuiker toe, terwijl je blijft kloppen tot een stevige, gladde en glanzende meringue. Plooi de pannenkoeken in 4 en schik ze op de borden. Werk ze af met lemon curd en een grote lepel meringue. Kleur de meringues goudbruin met een brander voor crème brûlée, bestuif met bloemsuiker en werk af met citroenpartjes. Dien meteen op.