Pel de garnalen en bewaar de schalen. Verhit in een hapjespan 2 el olie. Fruit de sjalot 1 min. Voeg de garnalenschalen toe en bak ± 3 min. mee. Blus evt. af met de wodka. Voeg de bloem toe en bak ± 2 min. Voeg de tomatensaus toe, roer door en schenk er langzaam 500 ml water bij. Breng aan de kook. Draai het vuur laag en laat de saus ± 40 min. zachtjes inkoken. Rooster intussen de pijnboompitten in een droge koekenpan goudbruin en leg ze op een bord. Schenk de rest van de olie in de pan en bak de knoflook langzaam goudbruin. Neem de pan met knoflookolie van het vuur. Neem de garnalenschalensaus van het vuur. Pureer de saus met de staafmixer om alle aroma uit de schalen te halen. Schenk de saus door een fijne zeef terug in de pan en roer met een houten lepel de saus door de zeef. Gooi de achtergebleven garnalenschillen weg. Breng de saus tegen de kook aan. Draai het vuur laag. Kook de pasta met wat zout beetgaar volgens de aanwijzingen op de verpakking. Doe de tomaatjes bij de saus en stoof ± 4 min. Voeg de garnalen toe en stoof ze ± 6 min. Verdeel intussen de spinazie over een schaal. Sprenkel de knoflookolie en het citroensap erover. Bestrooi met pijnboom-pitten en zout en peper naar smaak. Voeg de room en het citroenrasp toe aan de saus. Breng op smaak met zout, peper en evt. nog een scheutje wodka. Giet de pasta af en meng met de garnalensaus. Verdeel de pasta over 4 borden, garneer met de peterselie en serveer met de spinazie-salade.