Verwarm de oven voor op 170 °C. Verdeel de pecannoten over een bakplaat en rooster deze 7-10 minuten in de oven. Laat de noten afkoelen en hak ze grof. Verhoog de oventemperatuur naar 210 °C. Haal de bladerdeeg 10 minuten voordat je gaat beginnen uit de koelkast. Meng de stukjes peer met de 2-3 eetlepels suiker, het custardpoeder en de rozijnen. Rol het bladerdeeg met bakpapier en al uit op een bakplaat. Snijd het deeg aan de lange kanten om de 1 ½ centimeter ongeveer 8 centimeter in. Verdeel het perenmengsel over het midden van het deeg en strooi daar de gehakte pecannoten over. Vouw de reepjes bladerdeeg als een vlecht over de vulling. Bestrijk het bladerdeeg met losgeklopt ei en plaats de bakplaat laag in de oven. Bak de bladerdeegvlecht in 25 – 35 minuten goudbruin en gaar. Doe voor de karamelsaus het water, de suiker en honing in een pan en laat deze op middelhoog vuur karamelliseren tot goudbruin. Verwarm intussen in een ander pannetje de slagroom tot tegen het kookpunt. Blus de karamel af met de hete room en roer alles goed door, tot alle karamel is opgelost in de room. Haal de pan van het vuur en roer de boter en het zout door de karamelsaus. Roer tot de boter helemaal opgelost is en laat de saus dan afkoelen. Serveer de bladerdeeg vlecht met peer (lauw)warm of afgekoeld samen met de karamelsaus.