Bekleed een rechthoekig bakblik met bakpapier. Smelt voor de karamel-spekboter de suiker, siroop en honing samen met een snuf zout in een pan en breng het mengsel op middelhoog vuur aan de kook. Draai het vuur laag en laat de karamel zo'n 7 minuten zachtjes borrelen - roer niet, maar draai af en toe met de pan. Neem de pan van het vuur en roer snel het zuiveringszout door de karamel. Schenk de karamel in het bakblik en laat helemaal afkoelen. Schenk de karamel in het bakblik en laat helemaal afkoelen. Bak ondertussen het ontbijtspek in ongeveer 5 minuten goudbruin en krokant. Breek een stukje van 10 cm van de brosse karamel en maal het met het ontbijtspek fijn in de keukenmachine. Voeg de boter toe en laat de machine kort draaien om alles te mengen. Schep het botermengsel dan op een groot vel vetvrij papier, rol het papier eromheen en draai de zijkanten dicht. Laat stollen in de koelkast. Doe voor de pannenkoekjes het meel, bakpoeder en de suiker in een grote kom. Voeg de karnemelk, melk en de boter toe, breek de eieren erboven en klop dit alles tot je een glad beslag hebt. Schep dan de blauwe bessen erdoor (meng niet te lang). Zet een grote koekenpan met antiaanbaklaag op middelhoog vuur en schenk er wat van de olie in. Schep eetlepels van het mengsel in de pan - de pannenkoekjes moeten een doorsnee van ongeveer 8 cm hebben. Bak ze 3 minuten, of tot er luchtbelletjes op het oppervlak verschijnen. Keer ze dan om en bak ze nog eens 1-2 minuten. Serveer de pannenkoekjes in een stapeltje op een bord en smeer de karamel-spekjesboter erop. Druppel er als dat lekker vindt nog wat ahornsiroop over.