Verwarm de oven voor op 150°C. Vet 2 grote bakplaten in en bedek ze met bakpapier. Combineer de specerijen; het knoflookpoeder, mosterdpoeder, peperkorrels, cayennepeper, zoutvlokken en de helft van de bruine suiker in een kom. Plaats met wegwerphandschoenen de ribben op de voorbereide trays. Gebruik je handen, bestrijk ze met de mosterd en smeer ze in een kruidenmengsel tot ze volledig bedekt zijn. Combineer azijn en 60 ml water in een kom. Bak de ribben, en marineer ze om de 30 minuten met het azijnmengsel, gedurende 1 uur en 30 minuten of tot de kruidenkorst goudbruin is en de ribben voldoende gebakken zijn. Borstel ribben in met honing en strooi er de resterende (60 g) bruine suiker op. Plaats een stuk folie, meer dan het dubbele van een rib, op een werkoppervlak. Plaats een rib op de folie en smeer in met de helft van de boter. Sluit de folie en plaats op een bakplaat. Herhaal voor de andere rib. Rooster nog 2 uur en 45 minuten of tot het heel zacht is. Verhit ondertussen, voor de appelbarbecuesaus, de olie in een steelpan op middelhoog vuur. Voeg de appel, gember, chili, ui, knoflook, venkel, peper en gember toe en kook, onder af en toe roeren, gedurende 5 minuten of tot de ui zacht maar niet gekleurd is. Voeg de koffie, azijn en 125 ml honing toe. Verhoog de hitte tot hoog en breng het aan de kook, laat het dan zachtjes koken en kook, onder af en toe roeren, gedurende 20 minuten of tot de helft is gehalveerd. Haal van het vuur. Breng over naar een blender en pulse tot een gladde massa. Roer er de resterende 250 ml honing door. Zet deze saus opzij. Verwarm een ​​barbecue of grillpan op hoog vuur. Verwijder ribben van folie. Bestrijk de saus over de ribben. Grill de ribben in ongeveer en draai regelmatig, gedurende 10 min tot deze donkerbruin kleuren en sappig zijn. Draai ze regelmatig. Snijd voorzichtig de afzonderlijke ribben en breng over naar een schaal. Serveer met de resterende barbecuesaus.