Kook de rijstnoedels volgens de aanwijzingen op de verpakking en maak intussen de tamarindesaus. Rasp de palmsuiker in een kom, voeg de tamarindepasta, 1 eetlepel vissaus, een scheutje azijn en 2 eetlepels kokend water toe en roer tot de suiker opgelost is. Proef en maak hem zo nodig op smaak af – de saus moet zoetzuur en licht zoutig zijn. Splits de pepers, verwijder de zaadjes, snijd ze in dunne reepjes en doe ze met het sap van 1 limoen in een kom om een vlugge pickle te maken. Giet de noedels af en hussel ze met een scheutje olie door elkaar. Pel en snijd de sjalotjes in grove stukjes. Maak de steeltjes Chinese bieslook schoon en snijd ze fijn. Pluk de meeste basilicum- en muntblaadjes en hak ze grof. Snijd de tofu in grove stukjes van 1 cm. Maak een sneetje in de rug van de garnalen en verwijder de darmkanalen – op die manier krullen ze tijdens het bakken ook mooi open. Spoel de gedroogde garnalen onder de koude kraan af en dep ze droog met keukenpapier. Zet een grote wok met een scheutje olie op matig vuur en roerbak de gedroogde garnalen, pinda’s en chilivlokken 2 tot 3 minuten, of tot ze goudbruin zijn. Zet de wok van het vuur, kneus de helft van het mengsel in een vijzel en zet opzij. Zet de wok met een extra scheutje olie terug op het vuur, doe er de sjalotjes bij en roerbak ze 2 minuten, of tot ze ook goudbruin worden. Hussel er de garnalen, bieslook, gehakte kruiden en geraspte radijs door en blijf nog 2 tot 3 minuten regelmatig roeren, of tot de garnalen bijna gaar zijn. Kluts de eieren, giet ze erbij en bak ze 1 tot 2 minuten. Spatel er de tofu, noedels, taugé en tamarindesaus door. Verdeel de pad thai over de kommen, strooi er het mengsel uit de vijzel bij en snipper er de resterende munt en basilicum over. Serveer met de ingelegde pepertjes en partjes limoen om uit te knijpen. Heerlijk!