Verwarm de oven voor op 220°C. Spreid de krieltjes uit op een bakplaat met bakpapier. Besprenkel ze met 2 el olijfolie en bestrooi met zeezout naar smaak. Rooster de krieltjes in 20 min. goudbruin en gaar. Verhit in een koekenpan 2 el olijfolie. Bak de garnalen in 5 min. net gaar en schep ze uit de pan. Schenk de laatste 2 el olijfolie in de pan. Bestrooi de kipfilets met zout en peper en bak ze in 10 min. rondom net gaar. Snijd de knoflook fijn. Schuif de kipfilets aan de kant en bak de knoflook en de zongedroogde tomaatjes zachtjes 1 min. Schenk de wijn erbij en roer met een spatel de aanbaksels los. Laat de wijn tot de helft inkoken. Schenk de wijn erbij en roer met een spatel de aanbaksels los. Laat de wijn tot de helft inkoken. Schenk de slagroom erbij en breng weer aan de kook. Laat de saus 4-5 min. op matig vuur inkoken tot deze licht gebonden is. Kook intussen de broccoli in 5 min. beetgaar. Voeg de garnalen weer toe aan de roomsaus. Rasp de gele schil van de citroen erobven en voeg de basilicum toe. Verwarm de kipfilet met de garnalen zonder te koken nog 1-2 min. Breng op smaak met zout en peper. Verdeel de kipfilets met de garnalen en roomsaus over 4 borden. Schep er wat broccoli bij. Serveer met de rest van de broccoli en geroosterde krieltjes.