Snijd voor het deeg de boter in blokjes en doe ze samen met de bloem in de kom van de keukenmachine. Meng ze met behulp van de pulseerknop tot een kruimelig mengsel. Voeg het ei, 2 eetlepels suiker en halve eetlepel water toe en meng alles weer met de pulseerknop - als het er nog droog uitziet, voeg dan beetjes water toe en meng het door tot het deeg zich bindt. Vorm er een platte bal van, wikkel het in plasticfolie en laat min. 30 min opstijven in de koelkast. Verwarm de oven voor op 180°, zet een bakplaat in de oven om op te warmen en vet een ronde taartvorm met een geribbelde rand (23 cm) in. Rol het deeg uit op een schoon met bloem bestoven werkblad, bekleed de vorm ermee en laat het nog eens 20 min opstijven en in de koelkast. Schil intussen voor de vulling de peren en appel en verwijder de klokhuizen. Snijd het vruchtvlees in dikke partjes (à 1cm) en doe ze in een kom. Rasp de citroenschil fijn en doe de helft in de kom. Voeg al het citroensap toe en roer 15 gram van de suiker door het mengsel. Halveer en ontpit de pruimen, snijd ze in partjes en doe ze ook in de kom. Doe de boter samen met de eieren, bloem, gemalen amandelen, de overige 100g rietsuiker en de rest van de citroenrasp in de keukenmachine en klop ze tot een romig mengsel. Schep dit in de deegvorm en strijk de bovenkant glad met de bolle kant van een natte lepel. Druk de parten fruit in de frangipane (giet het vocht af) en stop de bramen ertussen. Bestrooi dit alles met de overige 2 el suiker. Bak de taart 45-50 min in de oven, tot een houten prikker die je in het midden steekt er weer schoon uitkomt (dek hem af met aluminiumfolie als de bovenkant te snel bruin komt). Zet de vorm op een rooster en laat de taart min. 15 minuten afkoelen voordat je hem serveert.