Voor de stoemp: Schil de aardappelen, snijd ze in kleine blokjes. Hoe kleiner, hoe sneller ze klaar zijn. Doe ze in een kookpot met water en een snuifje zout. Schil de pastinaak en snijd in kleine blokjes en doe ze bij de aardappelen. Kook tot wanneer ze zacht zijn. Giet de aardappelen af en voeg een klein scheutje melk toe. Kruid met peper, zout en nootmuskaat. Stamp fijn maar er mogen brokken in zitten. Snijd de spinazie in reepjes en doe ze bij de stoemp. Voor de bloemkoolsaus: Snijd de bloemkool in stukken inclusief de stam Hou een aantal roosjes opzij Doe de bloemkool (ook de roosjes) in de kookpan en vul met water tot alles onderstaat. Voeg een half bouillon blokje toe. Kook tot wanneer de bloemkool gaar is. Steek af en toe eens met een mesje in de roosjes en haal die er uit als ze gaar zijn. Die houden we apart. Giet af en hou nog een beetje water over. Voeg de room toe en mix tot een gladde saus. Kruid met peper en zout. Hou een deel van de bloemkool roosjes nog opzij. Voor de kippenballetjes: Doe het gehakt in een grote kom. Zet terwijl een kookpot op met water en doe er een bouillonblokje in. Snijd de korstjes van het brood. Snijd het brood in zo klein mogelijke stukken en voeg toe aan het gehakt. Voeg brood toe tot het gehakt niet zoveel meer plakt aan je handen. Rol balletjes. Leg de balletjes in het kokend water. Als ze boven komen drijven, zijn ze klaar. Zet de anti kleef pan op het vuur en doe er een scheutje olijfolie bij. Bak de balletjes aan zodat ze nog een krokant korstje krijgen. Voeg ook de overgebleven bloemkool toe en bak die ook nog even aan.