Zeef 500 g bloem in een grote kom. Breng 350 ml water aan de kook en schenk het bij de bloem. Roer met een houten lepel door kneed verder tot een soepel deeg. Laat het deeg afgedekt ca. 30 min rusten. Schil de gember en hak hem fijn. Hak de garnalen fijn. Was de lente-uitjes en hak ze fijn. Was de koriander, schud hem droog en hak hem fijn. Snijd de groene peper in de lengte en verwijder eventueel de zaadlijsten. Was de groene peper en hak hem fijn. Meng de garnalen met de gember, de lente-ui, koriander en groene peper. Breng het mengsel op smaak met sojasaus, shaoxingwijn en sesamolie. Rol het deeg tot een lange worst en verdeel het in ca. 40 stukken. Rol balletjes van de stukken deeg. Rol de deegballetjes telkens vanuit het midden uit tot platte schijfjes, zodat het midden van het deeg iets dikker blijft. Schep de vulling op het deeg, zoveel dat je het deeg nog dicht kunt vouwen. Vouw het deeg over de vulling tot een halvemaanvorm. Druk het deeg vanaf de buitenste punten naar het midden toe op elkaar, zodat kleine plooitjes ontstaan. Leg de dumplings in een stoommandje. Zet het stoommandje op een pan kokend water en stoom de dumplings in 5-7 min gaar. Pel en snipper de knoflook. Roer 2 el sojasaus en de azijn door elkaar en meng de knoflook erdoorheen. Serveer de dumplings met het sausje.