Doe alle ingrediënten voor het deeg in een kom met een snufje zout. Wrijf er de boter door totdat het mengsel op fijne paneermeel lijkt. Voeg 70-100 ml ijswater toe en roer het mengsel door elkaar. Kneed zachtjes tot een deeg. Doe het deeg in plasticfolie. Koel 30 minuten. Verwarm de oven voor op 200°C. Rol het deeg uit op een licht bloemig werkvlak tot 5 mm dik. Gebruik om een 23cm x 5cm diep taartvorm te bekleden. Bedek met bakpapier en vul het met deeggewichten. Bak het deeg 12-14 minuten of tot het licht goudkleurig is. Verwijder de gewichten en papier en bak nog eens 20 minuten of tot ze goudkleurig en droog zijn. Doe ondertussen, om de vulling te maken, alle ingrediënten, behalve de room, in een kom met een snufje zout en klop ze glad. Laat de oven afkoelen tot 160°C. Zeef de vulling in de banketbakkerij en plaats deze op een bakplaat. Bak ze 45 minuten of tot ze klaar zijn. Koel lichtjes af en koel dan 3 uur of tot ze klaar zijn om te serveren. Om de kaneelkaramel te maken, bedek ondertussen een bakplaat met bakpapier. Verwarm de suiker met 3 el water in een steelpan en laat de suiker smelten. Laat op hoog vuur zonder roeren karamelliseren. Voeg de kaneel en vanille toe en schud de pan even zodat het goed mengt. Schenk de karamel uit op het bakpapier en laat ong. 30 min. volledig afkoelen. Wrijf de kaneelkaramel in een vijzel tot fijne kruimels. Strooi gekoelde taart met kaneelkaramel, snijd in partjes en serveer met room.