Hak de munt met de suiker fijn in een kleine keukenmachine. Doe in een kom en roer er de basterdsuiker door. Smelt de chocolade en boter in een kom op een pan met zachtjes koken water (au bain-marie). Zorg dat de bodem van de kom het water niet raakt. Roer af en toe tot het mengsel glad is. Laat wat afkoelen. Meng in een kom de bloem met het bakpoeder en 1/2 tl zout. Klop de muntsuiker en de eieren in een kom en klop ong. 4 min. op matige snelheid tot ongeveer het dubbele volume. Klop dan het chocolade-botermengsel erdoor tot je een glad mengsel krijgt. Klop vlug de droge ingrediënten erdoor. Je hebt nu een dikke vloeibare deeg dat als een lint van de klopper loopt wanneer je die optilt. Laat in 15 min. iets opstijven in de koelkast. Verwarm de oven voor op 200°. Bekleed 3 grote bakplaten met bakpapier. Schep van het mengsel met een ijsbolletjesschep 16 gelijke balletjes op de bakplaat, werk vlug anders kan het mengsel schiften. Bak de koekjes met 1 bakplaat tegelijk 10-12 min. tot ze glanzen en barstjes krijgen. Laat 10 min. afkoelen op de bakplaat en laat ze daarna verder afkoelen op een rooster. Bestrooi voor het serveren met zeezoutvlokken. Je kunt de koekjes tot 3 dagen afgesloten bewaren in de koelkast.