Verwarm de oven voor tot 180 °C. Leg 4 vellen bakpapier of aluminiumfolie klaar, of gebruik ovenzakken. Het moet groot genoeg zijn voor een kipfilet. Snijd de kipfilets zijdelings in, zodat je ze kunt openklappen als een boek. Bestrooi iedere filet met zout en peper en besmeer de binnenkant met een halve eetlepel pesto elk. Leg hier wat mozzarella bij en vouw dan de andere helft er weer overheen. Vouw 2 plakken prosciutto om iedere kipfilet heen. Leg ze voorzichtig op het bakpapier, of in de ovenzak, besprenkel ze dan met olijfolie en bestrooi ze met zout en peper. Leg de artisjokharten rondom de kipfilets en leg de tomaatjes en tijm er ook bij. Vouw de pakketjes stevig dicht (zie blz. 10-11) , met wat ruimte om lucht in te laten. Als je een ovenzak gebruikt, snijd dan wat sneetjes in de bovenkant om stoom te laten ontsnappen. Je kunt ze tot dit moment klaarmaken, in de koelkast bewaren en dan pas de volgende dag in de oven zetten. Leg de pakketjes op een of twee bakplaten, met flink wat ruimte ertussen. Bak 30 minuten (of 40 minuten als ze uit de koelkast komen). Open de pakketjes en zet ze nog 10 minuten terug in de oven om de prosciutto bruin en knapperig te laten worden. Controleer of de kip goed gaar is door erin te prikken, het vocht moet helder zijn. Bestrooi de kip met de basilicum en serveer het met wat gekookte nieuwe aardappeltjes en groente.