Droog de sint-jakobsschelpen goed met een papieren handdoek en breng ze dan royaal op smaak. Combineer het citroensap, de azijn, de eschalot en 1 eetlepel olie in een grote kom. Scheer met een dunschiller 4 van de asperges in reepjes. Voeg de waterkers toe aan de kom. 4. Snijd de overige 8 asperges in stukken van 1 cm en leg ze opzij. Verhit 1 eetlepel olie in een grote pan op middelhoog vuur. Voeg de suikererwten en aspergestukken toe, breng op smaak en kook ze 1-2 minuten tot ze net gaar zijn. Voeg de waterkers toe aan de kom en gooi het geheel om te combineren. Zet de pan terug op middelhoog vuur met de resterende 2 eetlepels olie. 6. Voeg de sint-jakobsschelpen toe, en kook (aan één kant) gedurende 3-5 minuten tot ze zeer knapperig en bijna gaar zijn. Draai de sint-jakobsschelpen om, verlaag het vuur tot laag en voeg de boter toe (de boter zal onmiddellijk sissen en bruin beginnen te worden). Zet het vuur uit (de restwarmte maakt het koken van de sint-jakobsschelpen af). Verdeel de salade over vier borden, bedek met geschroeide sint-jakobsschelpen en besprenkel met bruine boter. Serveer met citroenschijfjes aan de zijkant, indien gewenst.