Schil de aardappels, snijd ze in gelijkmatige stukken en kook ze 15-20 minuten in gezouten kokend water tot ze gaar zijn. Giet af en laat ze 2 minuten uitdampen. Doe 1 klontje boter, een scheutje melk en de eieren erbij en rasp de kaas en mierikswortel erover. Stamp er een fijne puree van, voeg naar smaak peper en zout toe en zet opzij. Verwarm de oven voor op 200 graden. Snijd de pancetta in plakjes en leg ze in en koude, ovenbestendige pan van 18 cm met antiaanbaklaag. Zet de pan op matig vuur en strooi zodra de pancetta sist de broodkruimels erbij. Hussel ze op het vuur door elkaar tot ze krokant en goudbruin zijn en roer ze door de puree. Druk de puree nu in de koekenpan en strijk het oppervlak glad. Bak de rafanata 5 minuten op matig vuur, schud de pan regelmatig zachtjes om hem een mooie ronde rand te geven. Steek hem los met een spatel, til hem een beetje op en schuif het tweede klontje boter eronder. Leg zodra de boter gesmolten is een bord omgekeerd op de pan, keer het geheel in één vloeiende beweging om en laat de koek terug in de pan glijden. Zet de rafanata 30 minuten in de oven, of tot hij goudbruin en warm is. Rasp voor het serveren wat verse mierikswortel erover.