Begin 1 dag op voorhand. Schil de rabarber (niet nodig als je roze rabarber gebruikt). Meng ze met 125 g suiker en laat 12 u in de koelkast rusten. Begin met het deeg: breng het water aan de kook, met de boter in stukken. Overgiet er de bloem mee, voeg de suiker toe en kneed tot een homogeen deeg. Verdeel het deeg met een deegrol tussen 2 vellen bakpapier tot een schijf van ± 36 cm diameter. Laat het deeg in de koelkast rusten. Verwarm intussen de oven voor op 180°C en haal er het rooster uit. Verwijder het steeltje van de aardbeien en snijd ze in 2. Laat de rabarber uitlekken. Snijd de citroenzeste in fijne staafjes. Meng het amandelpoeder met 100 g suiker en 1 ei. Bestrijk het deeg tot 5 à 6 cm van de rand met deze bereiding. Bedek met de aardbeien en de rabarber, bestrooi met citroenzestes en plooi de randen van het deeg over de garnituur. Schuif de taart met het bakpapier op het ovenrooster en bak 40 min. Smeer de randen in met losgeklopt ei en laat nog 20 min bakken. Laat de taart op een taartrooster afkoelen en dien ze op. Geef er eventueel Griekse yoghurt of vanille-ijs bij. Tip: Voor een extra twist, kun je de randen met amandelschilfers bestrooien, nadat je ze met losgeklopt ei hebt ingesmeerd.