Snijd de kipfilet overlangs in 4. Meng hem met de fijngeraspte limoenzeste, 2 el sojasaus, 1 el olijfolie, 4 gehakte takjes koriander, het gesnipperde teentje knoflook, de geraspte gember en peper en zout. Laat 10 à 15 min. marineren. Bak de kip op een matig vuurtje goudbruin, in een braadpan met 1 el olijfolie. Snipper intussen de kool met de mandoline fijn. Schil de komkommer, snijd hem in 3, ontpit hem en snijd hem in staafjes. Schil de wortelen, snijd ze in 2 en dan in staafjes. Snijd de avocado in dunne lange plakjes. Hak de muntblaadjes en de blaadjes van 6 takjes koriander fijn. Maak de saus: meng 1 dl sojasaus met de witte sesamzaadjes, 4 gehakte takjes koriander en de ontpitte, gesnipperde rode peper. Trek de gebakken kipfilet uit elkaar. Dompel 2 vellen rijstpapier in lauw water, leg ze op een natte snijplank en bedek elk vel met 1 slablaadje. Vorm in het midden van elk vel een worstje met een assortiment van alle klaargemaakte ingrediënten en bestrooi met de gehakte kruiden. Plooi de zijkanten van de rijstvellen naar binnen en rol op. Maak de 8 lenterolletjes op dezelfde manier en snijd ze in 2. Bestrooi met zwarte sesamzaadjes en dien koel op. Geef er de saus apart bij.