Voordat je ook maar iets met tofoe doet, moet je het persen. Vouw het blok in een schone theedoek en laat er iets zwaars – zoals een pan – op rusten. Laat zo 30 min. tot een dagdeel staan, zodat de meeste vocht uit de tofoe is verdwenen. Verhit 1 el van de olie in een ruime pan en voeg de pompoenblokjes toe met een snuf zout. Roer de misopasta erdoor en schep even door. Schenk de groentebouillon in de pan en breng tegen de kook aan. Verlaag het vuur en laat met halfgesloten deksel pruttelen, tot de pompoen gaar is. Mix de pompoenbouillon helemaal glad met de staafmixer of laat nog een paar pompoenblokjes heel, als je dat lekker vindt. Maak de bimi en de cantharellen schoon. Halveer dikke stronken. Verhit 1⁄2 el olie in een koekenpan op hoog vuur en roerbak de bimi en cantharellen met een snuf zout tot ze gaar zijn maar nog wel een bite hebben. Dit duurt 3-5 min. Voeg de sesamolie toe en schep door. Haal na 1 min. van het vuur. Snijd voor het frituren de tofoe in kleine blokjes en bestrooi met de maizena en 1⁄2 tl zout. Hussel goed. Verhit een flinke laag olie in een wok. Bak de tofoe lichtbruin en een beetje knapperig. Giet de meeste olie uit de wok en bak nog 1 min. Maak de saus door de gochujangpasta, mirin, suiker en sojasaus met elkaar te mixen in een kom. Verhit de olie in een pan. Voeg de rawit toe, fruit 1 min. aan. Doe de tofoe in de pan, schep door en voeg dan de knoflook toe, gevolgd door de saus. Laat nog 2-3 min. pruttelen. Verhit een laag olie in een wok. Frituur de noristukjes zo’n 5-10 sec. tot ze opkrullen. Laat op keukenpapier uitlekken en bestrooi direct uit de pan met zout. Verdeel de noedels over twee kommen. Schenk de pompoenbouillon erover. Verdeel de spicy tofoe, de cantharellen, bimi en nori over de soep. Geef er voor de liefhebber sojasaus bij.