Verwarm de oven voor op 180°C. Snijd 3 aubergines in rondjes van 2 cm dik. Meng in een kommetje 1 eetlepel olijfolie, 1 theelepel massamanpasta, 1 theelepel rode wijnazijn en een snufje zeezout en zwarte peper en bestrijk hiermee beide kanten van de aubergineplakken. Leg ze in een enkele laag in een grote braadslede en rooster ze 40 minuten. Bak ondertussen de resterende 3 aubergines zwart in een diepe koekenpan met antiaanbaklaag op een hoog vuur en draai ze om tot ze verkoold en zacht zijn. Terwijl de aubergines zwart worden, plet u de cashewnoten in een vijzel, en zet u ze apart. Snijd de lente-uitjes fijn, snijd de witte helften fijn (bewaar het groen) en doe ze in de stamper en vijzel met de rest van de massamanpasta. Schil de gember, hak hem fijn, voeg hem toe en stamp tot een pasta. Snijd de groene lente-uitjes in de lengte fijn en leg ze in een kom met koud water om op te krullen. Halveer de verkoolde aubergines en schep het binnenste in de hete pan met 1 eetlepel olie, gooi de velletjes weg. Roer de pasta er 2 minuten door, schenk dan de kokosmelk, bouillon en 1 eetlepel rode wijnazijn erbij en breng het geheel aan de kook. Kook tegelijkertijd de noedels volgens de aanwijzingen op de verpakking, laat ze uitlekken en verdeel ze over warme kommen. Breng de soep op smaak en schep hem op de noedels, en leg er de geroosterde aubergineplakken op. Laat de gekrulde lente-uitjes uitlekken en meng ze in een beetje rode wijnazijn, strooi er dan de geplette cashewnoten over.