Breng de bouillon in een ruime pan aan de kook. Voeg het maismeel toe en klop goed door met een garde. Zet het vuur lager en kook de polenta in de bouillon rustig gaar volgens de aanwijzingen op de verpakking. De polenta is klaar als het eruitziet als een romige, mooi gebonden pap. Vet een ovenschaal (ca. 35×25 cm) in met olie, schenk de polenta erin en strijk glad met de bolle kant van een lepel. Laat de polenta iets afkoelen en vervolgens minimaal 30 minuten opstijven in de koelkast. Verwarm intussen de oven voor (elektrisch: 200°C / hetelucht: 180°C). Leg de tomaatjes in een met bakpapier beklede ovenschaal. Roer 2 el olie met een scheutje balsamico, de knofl ook, het venkelzaad en de suiker door elkaar en druppel dit over de tomaatjes. Bestrooi met zout en peper en rooster ca. 25 minuten in de oven tot de tomaatjes zacht, sappig en een beetje gekaramelliseerd zijn. Haal de tomaatjes uit de oven en meng de kappertjes erdoorheen. Laat iets afkoelen. Rooster de pijnboompitten in een droge koekenpan goudbruin. Neem uit de pan en zet apart. Steek met een ronde uitsteekvorm (ca. 7 cm Ø) rondjes uit de opgesteven polenta. Verhit 2 el olie in een koekenpan met antiaanbaklaag en bak er de polentarondjes aan beide kanten goudbruin in. Laat uitlekken op een stuk keukenpapier. Bestrijk ieder polentakoekje met hummus, schep er wat tomaatjes op en garneer met basilicumblaadjes en pijnboompitten. Let op, er bestaat ook instant-polenta die al voorgekookt is waardoor je minder bouillon nodig hebt. Lees dus goed de instructies op de verpakking en houd deze aan voor de juiste hoeveelheid bouillon.