Bao buns met knapperige garnalen en chilimayo
12 porties
90 minuten
|
|||
400 gram rauwe gepelde garnalen
4 lente-uien, fijngesneden
2 theelepels sojasaus
1 eetlepels versgeraspte gemberwortel
40 gram zacht broodkruim
50 gram patentbloem
2 eieren, losgeklopt
100 gram panko (Japans paneermeel)
Plantaardige olie, om in te frituren
Gestoomde bao-broodjes (verkrijgbaar bij Aziatische supermarkten)
Voor de coleslaw:/b>
2 flinke handenvol fijngesneden kool
8 rode radijzen of 1 watermeloenradijs, in dunne plakjes
1 eetlepel rijstazijn
Zeezout
Voor de chilimayo:
1 eetlepel hete chilisaus
1 theelepel limoensap
1 eetlepel mayonaise
2 theelepels sesamzaad
|
Maak eerst de coleslaw: meng de kool, radijzen en rijstazijn in een kom. Voeg wat zeezout toe en schep om.
Schep de helft van de garnalen, de lente-ui, sojasaus en gemberwortel in de keukenmachine, pulseer tot een mooie puree. Snijd de overige garnalen grof en roer ze erdoor, samen met het broodkruim. Vorm er met de hand ongeveer twaalf burgers van.
In drie kommen verdeel je respectievelijk de bloem, het losgeklopte ei en de panko. Wentel de burgers eerst in de bloem, vervolgens in het ei en dan in de panko. Ga zo door tot alle burgers een mooi pankolaagje hebben. Bewaar ze intussen op een bord met daarop een laag bakpapier en afgedekt met bakpapier en plasticfolie. Bewaar ze koud voordat je ze frituurt, minimaal een uur, want dan worden ze mooi stevig.
Maak de chilimayo door alle ingrediƫnten te mengen in een kommetje.
Verhit de olie in een wok of een steelpan tot 180 graden, of tot een klein stukje brood er meteen goudbruin in wordt. Leg een ovenrek op een bakplaat om de burgers te laten uitlekken. Frituur de burgers in 2 tot 3 minuten goudbruin.
Serveer de bao buns met daarin de katsu, wat chilimayo en de coleslaw.
|
||
Bron | My Asian Kitchen |