Was en schil de aardpeer. Snijd ze in blokjes en breng ze in koud water aan de kook in een grote pot.
Verdeel ondertussen de bloemkool in roosjes. Als het water kookt, mogen de bloemkoolroosjes bij de aardpeer in de pot. Kook samen verder op een laag vuurtje tot beide groenten gaar zijn. Giet het water af en zet de bloemkool en de aardpeer nog 2 minuutjes op het vuur, om het overtollige vocht te laten verdampen. Haal de pot van het vuur en voeg peper, zeezout, een volle eetlepel ghee of kokosolie, een goeie snuf nootmuskaat en het truffelsap toe. Mix tot een glad geheel. Rooster de hazelnoten in een pan of 15 minuutjes in de oven op 180 °C. Hak de hazelnoten in stukjes en roer de helft daarvan net voor het opdienen onder de puree. De overige helft strooi je bij het opdienen over de puree als versiering. Maak de paddenstoelen schoon en snijd ze in vieren. Bak met olijfolie, peper en zeezout in een wok.
 Ontdoe de granaatappel van zijn pitjes. Hou een helft in je hand met de bolle kant omhoog en klop met een houten lepel op de bolle kant, zodat de pitjes eruit vallen. Voeg de granaatappelpitten bij de champignons en serveer meteen. TIP: Serveer de puree en de paddenstoelen met behulp een serveerring om er een feestelijk bord van te maken. Serveer eventueel met vlees naar keuze.