Verwarm de oven voor op 220°. Leg een grote bakplaat klaar. Maak het kruidenmengsel. Meng in een kommetje de kurkuma, komijn, gemalen chilipepers, koriander, kaneel, fenegriek en venkelzaad. Roer door elkaar en zet apart. Leg alle bloemkoolroosjes op de bakplaat. Besprenkel met 2 eetlepels olie, de helft van het kruidenmengsel en wat zout en peper. Gooi de roosjes in de olie en de kruiden. Schik de bloemkool in een enkele laag en schuif de bakplaat in de oven. Rooster de bloemkool tot hij diep gekarameliseerd is, ongeveer 40 minuten, en draai de roosjes halverwege om. Terwijl de bloemkool roostert, maakt u de kokos-tomatensaus. Verhit de resterende olie in een grote, diepe koekenpan of braadpan op matig vuur. Zodra het heet is, voeg de sjalotten toe. Fruit de sjalotten tot ze heel zacht en doorschijnend zijn, ongeveer 5-6 minuten. Zet het vuur lager als de randen bruin worden. Voeg de resterende helft van de kruidenmix, gember en knoflook toe aan de pan en roer. Blijf sauteren tot ze zeer geurig zijn, ongeveer 1 minuut. Voeg de gesplitste rode linzen toe aan de pan en roer. Voeg de geplette tomaten, kokosmelk en groentebouillon toe en roer opnieuw. Breng dit aan de kook en laat het dan sudderen tot de linzen helemaal zacht zijn en uit elkaar beginnen te vallen, ongeveer 25 minuten, terwijl u vaak roert. Als de linzen te veel vocht lijken op te zuigen, voeg dan steeds meer groentebouillon toe (of kokosmelk als je het wat rijker wilt). Als de linzen gaar zijn, royaal kruiden met zout en peper en het limoensap toevoegen. Op dit punt kunt u een staafmixer gebruiken om de saus te mengen OF u kunt hem zo laten. Ik geef er de voorkeur aan hem 1 volle minuut te mixen tot hij helemaal glad is. Zodra de bloemkool gaar is, haal je hem uit de oven. Giet de gepureerde saus terug in de pan en voeg ook de bloemkool toe. Roer het geheel op een matig vuur en breng het aan de kook. Garneer met gehakte koriander, nigellazaadjes, limoenrasp en extra limoensap.