Prik in de aubergine, bak deze voorzichtig zwart boven een direct vuur op het fornuis (of onder de grill), draai met een tang tot hij zacht is van binnen en leg hem dan in een kom om af te koelen. Doe ondertussen de bloem in een kom met een snufje zeezout, voeg dan geleidelijk 100 ml water toe en meng met een vork. Kieper op een met bloem bestoven oppervlak en kneed een paar minuten tot een gladde massa. Bestuif het oppervlak met meer bloem, verdeel het deeg in tweeën en rol elk stuk uit tot een ovale vorm van ongeveer 20 cm lang. Zet een grote pan met antiaanbaklaag op hoog vuur, leg het deeg erin en bak het 2½ minuut aan elke kant, of tot het goudkleurig en doorbakken is. Hak ondertussen de olijven fijn (ontpit indien nodig), plus de ingrediënten voor de marinade. Zet de pan terug op een heel laag vuurtje als de platbroden gebakken zijn. Laat het sap in de kom, snijd de aubergine in de lengte doormidden en gebruik een theelepel om het vruchtvlees in de kom te schrapen. Voeg elk 1 eetlepel extra vierge olijfolie en rode wijnazijn toe en de helft van de oregano. Roer door elkaar met een lepel en breng op smaak met zout en zwarte peper. Schep de aubergine op de flatbreads. Strooi de gehakte olijven in de pan met 1 eetlepel olijfolie, laat ze 30 seconden knisperen en schep ze over de aubergine. Verkruimel de feta erover, leg het overgebleven takje oregano tussen je handen en wrijf samen over de flatbreads zodat de gedroogde blaadjes en bloemen erop regenen (of strooi gewoon).