Verwarm de oven voor (elektrisch: 180°C / hete lucht: 160°C). Vet een diepe springvorm (20 cm Ø) in met olie en bekleed hem met bakpapier. Klop de suiker met 100 ml olie in een kom. Voeg telkens 1 ei en 1 el meel toe, klop verder en voeg pas het volgende ei en meer meel toe als de vorige portie goed opgenomen is. Klop het overige meel en het zout erdoorheen. Klop de yoghurt, de vanille en de citroenrasp door het beslag. Schenk het beslag in de vorm en duw 150 g bramen in het beslag. Bak 40-45 minuten in de oven tot een satéprikker die je in het midden prikt er weer schoon uit komt. Laat de cake volledig afkoelen in de vorm. Doe voor de coulis 150 g bramen, de poedersuiker en het citroensap in een kleine pan en breng aan de kook. Laat rustig pruttelen op laag vuur tot de bramen opengebarsten zijn en er een stroperige saus is ontstaan. Roer de overige bramen erdoorheen. Haal de pan van het vuur en laat de coulis afkoelen. Klop de ingrediënten voor de topping in een kom tot zachte pieken. Spatel 2 el bramencoulis erdoorheen zodat er een gemarmerd effect ontstaat. Verdeel de topping golvend over de bovenkant van de afgekoelde cake en lepel er nog wat coulis overheen. Snijd de cake in stukken en serveer met de overige coulis.