Meng de bloem met de droge gist en het zout. Droog de geschilde aardappelen en rasp ze fijn. Giet 100 ml kokend water over de geraspte aardappelen. Voeg het aardappelmengsel en het ei toe aan het bloemmengsel. Kneed het deeg goed door (voeg indien nodig meer bloem toe - het hangt er altijd vanaf hoeveel water er in de aardappelen zit) en laat afgedekt ongeveer 30 minuten rijzen op een warme plek. Verwarm de oven voor op 225°C (boven- en onderwarmte). Kneed het deeg nogmaals goed door op een bebloemd werkvlak en vorm er met bebloemde handen een rond brood van. Leg op een met bakpapier beklede bakplaat en plaats op de middelste plank van de oven. Zet een kom heet water op de bodem van de oven. Bak het aardappelbrood ongeveer 20 minuten op 225°C. Verlaag daarna de temperatuur naar 200°C en plaats het aardappelbrood op de 2e plank van onderen. Bak nog eens 30 minuten. Test door met je knokkel op de onderkant van het brood te tikken. Als het hol klinkt, is het brood klaar met bakken.