Meng de maida, atta, semolina, het zout, de suiker en het bakpoeder in een kom en maak een kuiltje in het midden. Meng de yoghurt, melk, 20 ml olie en 90 ml water in een schenkkan. Schenk het mengsel in het kuiltje en meng het door elkaar tot een deeg dat van binnen zacht en van buiten glad is en loskomt van de kom. Kneed het deeg met je handen een paar minuten. Schenk beetje olie in je handen en wrijf over het deeg. Dek het losjes af met vershoudfolie en laat het 3-12 uur rusten op kamertemperatuur. Leg het deeg op een schone werkvlak. Weeg stukjes van 30 g af en draai er balletjes van. Laat ze 30 minuten rusten onder een theedoek. Schenk olie in een grote, brede pan tot de bodem tot de helft gevuld is en verhit hem tot 190°C. Leg een grote metalen spatel klaar voor het frituren. Vet je handpalmen lichtjes in met olie en druk een balletje plat tussen je handen. Rol het zo dun mogelijk uit met een deegroller – niet dikker dan 1 mm. Vet indien nodig je deegroller in, zodat het niet vastkleeft. Laat het uitgerolde deeg voorzichtig in de hete olie zakken. Het moet meteen beginnen te bruizen; zo niet, dan is de olie niet heet genoeg. Druk de bhatura steeds onder met de spatel door er kort op te tikken. Druk het niet onder, anders wordt het te vetig. Als het goed is, zwelt het in 10-15 seconden op. Keer de bhatura voorzichtig; nu zwelt hij op tot een ‘kussentje’. Keer hem om de 10-15 seconden, zodat elke aan weerszijden mooi goudbruin is. Het frituren duurt in totaal hooguit een minuut. Laat de bhatura uitlekken op keukenpapier terwijl je de rest uitrolt en frituurt. Als je de bhatura lang genoeg gefrituurd hebt, blijft hij knapperig en in vorm; als hij inzakt na het frituren, is hij niet lang genoeg gefrituurd. Serveer de bhatura’s warm.