Verhit 2 el olie in een hapjespan op laag vuur en fruit er de ui met een snufje zout zacht in. Voeg de ’nduja toe en bak ca. 5 minuten verder tot de ‘nduja in kleine stukjes uiteenvalt en de olie dieprood kleurt. Voeg de knoflook toe en bak nog 1 minuut. Voeg de tomaten en de kikkererwten inclusief het vocht toe, breng aan de kook en laat ca. 25 minuten zachtjes pruttelen. Breng op smaak met zout en peper. Doe intussen de peterselie, de citroenrasp, het sap en 3 el olie in een kleine kom, meng alles door elkaar en breng op smaak met zout en peper. Leg de makreelfilets op een bord en bestrooi ze aan beide kanten met het paprikapoeder, zout en peper. Besprenkel ze met wat olie. Verhit een koekenpan met antiaanbaklaag op middelhoog vuur en bak er de makreelfilets op de huidzijde 2-3 minuten in tot de huid knapperig is. Draai om en bak nog 1 minuut. Schep de ’ndujakikkererwtenstoof in ondiepe borden en leg er de makreelfilets bovenop. Lepel de peterseliesaus erover.