Bretonse appeltaart met speculaasbodem
8 porties
120 minuten
|
|||
185 g ongezouten roomboter
325 g fijne kristalsuiker
¾ tl zout
5 witte scharreleieren
225 g tarwebloem
2 tl speculaaskruiden
100 g amandelmeel
5 elstar-appels
1 vanillestokje
2 el maizena
60 g abrikozenjam
2 el water
|
Meng 125 g boter in een ruime kom met 125 g suiker en de helft van het zout. Klop 1 ei los in een kom, roer de helft door het boter-suikermengsel. Voeg de bloem en speculaaskruiden toe en kneed snel tot een samenhangend deeg. Dek het deeg af met vershoudfolie en laat 45 min. rusten in de koelkast.
Meng ondertussen in een kom het amandelmeel, de rest van het losgeklopte ei, 100 g suiker en de helft van de rest van het zout door elkaar (amandelspijs). Verpak de amandelspijs in vershoudfolie en bewaar tot gebruik in de koelkast.
Verwarm de oven voor op 175 °C. Druk het deeg gelijkmatig uit in de quichevorm en snijd de randen bij. Verdeel de amandelspijs over de bodem van de taart. Bewaar de beklede vorm tot gebruik in de koelkast.
Schil de appels en verwijder de klokhuizen. Snijd de appels in blokjes van ca. een ½ cm en verdeel over de amandelspijs.
Smelt de rest van de boter in een steelpan. Splits 2 eieren, het eiwit wordt niet gebruikt. Snijd het vanillestokje in de lengte doormidden en schraap het merg eruit. Roer in een kom de gesmolten boter, vanille, rest van de suiker, eidooiers en de overige eieren, de rest van het zout en de maizena door elkaar. Schenk het mengsel over de appels en bak de taart in ca. 1 uur in het midden van de oven gaar. De uitstekende stukjes appel mogen vrij donker zijn van kleur.
Druk de abrikozenjam door een zeef. Verwarm de gezeefde jam met het water in een steelpan. Bestrijk de warme appels met de bakkwast met de jam. Laat de taart 45 min. afkoelen voor het aansnijden.
|
||
Bron | https://www.ah.be |