Verwarm de oven voor op 200 graden (electrisch) / 180 graden (hetelucht). Snijd de bladerdeegplak over de lengte doormidden zodat je 2 lange plakken krijgt. Leg deze op elkaar en druk zacht aan. Snijd nu in 6 gelijke stukken. Prik het middengedeelte in met een vork. Klop 1 ei los. Bestrijk de 6 stukken met het losgeklopte ei en bestrooi met 1 eetlepel suiker. Zet 20-22 minuten in de voorverwarmde oven. Maak de banketbakkersroom. Breng 450 ml melk en de helft van suiker aan de kook. Voeg het vanille extract toe. Roer het restant melk, restant suiker, custard poeder, eidooiers en het zout tot een glad papje. Giet een beetje kokende melk over het papje en roer goed door elkaar. Giet dan het papje bij de rest van de melk. Blijf goed roeren en kook zachtjes 2 minuten door. Laat afgedekt afkoelen. Laat de bladerdeeg bodempjes eerst afkoelen. Rooster het amandelschaafsel in een droge koekenpan lichtbruin. Warm het fruit met de honing op in een steelpannetje. Schep in elk bakje de banketbakkersroom, het fruit er boven op en bestrooi met het amandelschaafsel.